Zenderstad trekt aan het kortste eind in bekerfinale UPDB
Door Koos van Amerongen
Op maandag 25 april speelden de dammers van Zenderstad in Den Hommel de finale van de UPDB-beker tegen OG Utrecht. De droomfinale, tussen de twee sterkste teams van de clubcompetitie van dit seizoen. Beide teams verschenen met hun basisspelers achter de borden. Vooraf was duidelijk dat de Utrechters een voordeeltje hadden. De regelementen van de bekercompetitie schrijven voor dat bij vier remises het team met de laagste rangschikking in de provinciale clubcompetitie doorgaat. Bij 4-4 mét beslissingen, wint het team met de overwinning aan het hoogste bord.
Het sprak dus voor zich dat de man in vorm (met een seizoensprestatierating van boven de 1550!), Rik Verboon, aan het eerste bord plaatsnam. Hij trof daar Alfons Ottink. Aangezien beide spelers bekend staan om hun compromisloze speelstijl, was het enigszins verrassend dat er een rustige stand ontstond, waarbij Alfons een open kerkhofaanval hanteerde. Rik ruilde deze later af in een poging Alfons de rasomsingelaar te omsingelen, maar die speelde dit secuur tegen en het was Rik die uiteindelijk remise moest maken. (1-1)
Op het tweede bord trof de schier onklopbare Martijn de Leeuw de Utrechtse kopman Wouter Ludwig. In voor hem typerende stijl wist hij complicaties te vermijden en een open laveerstand te bereiken. Toen hij in een stand met wederzijdse flankaanval het centrum betrad, koos Wouter (terecht) eieren voor zijn geld door een combinatie te nemen die op slag remise was. (2-2)
Nog twee kansen. Dat het niet van het derde bord moest komen, werd snel duidelijk. Alhoewel, Cock van Wijk speelde in de opening wel erg enthousiast (9.28-23!?), waarna Laura Timmerman met 9..11-17! een goede stand (volgens Scan +0.7) kon forceren. Er volgde iets anders en Cock wist langzaam maar zeker een sterke centrumstand op te bouwen. Laura trok aan de noodrem en wist het nadat Cock een sterkere voortzetting had gemist (38.29-23!) nog verrassend ruim remise te houden. (3-3)
Op het laatste bord speelde Koos van Amerongen een van zijn favoriete openingen tegen problemist Arne van Mourik. Na een zet of twintig kwam hij in een gunstige open stand terecht, wat leidde tot een klassieke stelling met tempovoorsprong en vleugelcontrole, met veel scherpe en onduidelijke varianten. Na een vervlakkende ruil van Arne kon hij een vervelende zet (3-8) afdwingen waarna een gunstig klassiekje (Scan: +0.7) resteerde. Gunstig, maar niet gewonnen. In de hoofdvariant was het nog nét remise en ook in wederzijdse tijdnood vond Arne die met betrekkelijk gemak. (4-4)
En daarmee was het meest waarschijnlijke scenario, vier remises, werkelijkheid geworden, waardoor de naam van OG Utrecht andermaal in de kolossale Jan Bom bokaal kan worden gegraveerd. Gezien het spelbeeld een verdiende winnaar. Al had een beslissingswedstrijd in een finale tussen twee teams die zó aan elkaar gewaagd zijn een leuk toetje geweest, waar toegesnelde supporters Ed Kok en Bert Habets vast van hadden gesmuld.